Moved to / Is verhuisd naar


Waarom dat zo is, verneem je hier


zaterdag 23 oktober 2010

Herfstbloes…?

... Of hoe de molens in mijn hoofd merkelijk minder malen ...






Er ligt een donker wolkendeken rondom mijn wereldje. 

De dag raakt ’s morgens, zelfs al is het negen uur, amper mijn doorgaans lichte huiskamer binnen. Het blijft schemeren… 
Regendruppels rollen als dikke tranen over de glazen ogen van mijn huis. De weemoed van de herfst sluipt als een geniepig beest rond en gluurt door vensters en spleten naar binnen, klaar om aan te vallen. Maar ik laat het niet toe… niet dit keer. Er staat een krijger aan mijn zij die het monster helpt verjagen. 
Dapper en beheerst hanteert hij de wapens: woorden die de ene keer als bliksemschichten vlijmscherp en gericht de vijand op de loop doen slaan, een andere keer zacht en teder als balsem voor de wonden die in mij werden geslagen, of meeslepend in een roes, als warme wijn, verweven in spannende verhalen. 

Het is weer eens oktober, niet alleen de lievelingsmaand der achtpotigen die als schikgodinnen naar believen levensdraden beëindigen of spinnen, maar ook de periode waarin de tijd knabbelend aan een etmaal, de uren zonlicht beetje bij beetje verdonkermaant tot er nog nauwelijks kraaltjes van overblijven voor of na de schijnbaar oneindige geblakerde reeks van iedere herfst- en winternacht. 
Nog even en ook de gure wind begint opnieuw onder luid gejammer, de bomen hun kruin te ontrukken. Of sleept in zijn ijver, luidkeels hijgend, overzeese wolkenkuddes aan die hij in stukken gereten als watergeesten door bossen en velden jaagt. 
Lange nachten… korte dagen… 
Toch laat ik dit jaar geen muizenissen aan mijn gemoed knagen. 

Des ochtends vóór dag en dauw na het ontbijt, nestel ik me gewapend met potlood of pen, én papier 
aan de eettafel en vermaak met geschrijf en andere lijnen de herfstblues tot een kleurrijk lappendeken, dwaal door het huis met mijn fototoestel op zoek naar flitsende plaatjes, ga met olieverf en een blanco geest mijn canvas te lijf of regel keurig mijn administratieve zaken. 
Des middags na een homp brood en een kop hete soep, stem ik mijn cello op de tonen van de wind en strijk vervolgens de kreukels in zijn stembanden glad. Of rikketik met de regen mee, ritmes op het computerklavier… 
Knap klusjes op samen met de kabouters in mijn tuin, of doe boodschappen wadend door de bladerzee. 
Geen tijd verzaken, bezig blijven luidt mijn advies. 
Wat me vroeger terneer drukte wordt opeens, muziek, kleur, verhaal of een spel… 
De korte herfstdagen kunnen me niet langer deren alles is plots goed en wel. 

En ’s avonds en ’s avonds en ’s avonds is het nog beter. De duisternis brengt gezelligheid wanneer ik kaarsjes aansteek. 
Ik nestel me in een wollen deken achter een kop warme melk met honing en neem een boek ter hand. 
De krijger in mijn hoofd en hart, nu zittend op de bank, jaagt zwarte gedachten weg en geeft zelfs aan dit treurigste aller jaargetijden iets kleurrijk en apart! 


° O °

vrijdag 15 oktober 2010

Totaly sMurphy…





Ken je dat? Zo’n dag waarop alle elektronica het vertikt om mee te werken?

De batterij van je GSM die forfait geeft alvorens je, om die ellenlange ( ...ben ik in gespecialiseerd …)sms door te sturen, op de knop “verzenden” kon drukken?

De kat die een kom melk omstoot,

...en je fototoestel dat, op het ogenblik waarop je denkt, daarvan de shot van je leven te maken, plots aangeeft dat de belichting onvoldoende is en jouw beeld dan maar drie seconden “verwerkt” alvorens een schimmig plaatje te tonen waarop niets herkenbaars meer te bespeuren is?
Die er daarenboven net als je GSM de brui aan geeft wanneer je beslist, om tegen je eigen principes in, het poezebeest toch maar gauw met flits, vast te leggen…

Je internetverbinding die uitvalt wanneer je dringend een adres dient op te zoeken?

De computer die opeens afsluit omdat hij zonder je medeweten de verbinding met Internet herstelde, ondertussen updates installeerde en omwille daarvan dient heropgestart te worden, precies op het moment dat jij de blog wou opslaan die je voor het grootste deel al had geschreven, maar in je enthousiasme even was vergeten te “saven”?

Zo ’n ochtend waarop de geest van Murphy rondwaart, op zoek naar een slachtoffer en kennelijk een manische drang heeft om zich eventjes met jouw leven te gaan bemoeien?

Wel zó was mijn voormiddag vandaag… je houdt het gewoon niet voor mogelijk. Wat fout kon gaan, liep nog fouter… het gebeurde gewoonweg allemaal in de tijdspanne van anderhalf uur.
Vandaag dus geen peis en vree in Huize DagEnDauw.
Hier zit een opgedraaid veertje achter de computer dat hoognodig aan ontspanning toe is…

Pllllooooooooooooiiiiiiiiiiiiiiiing!!!

Ziezo, da’s ook weer dat. Zou het dan toch nog goed komen?
Eh… Of toch niet?




Ach, jullie merken het wel of dit schrijfsel vandaag nog verschijnt, maar op dit ogenblik houd ik mijn buik en hart nog steeds vast. De ene effectief, omwille van de slappe lach die maar niet over gaat door alle hilarische toestanden die zich deze voormiddag, minuut na minuut hebben voorgedaan.
De andere in overdrachtelijke zin, omdat ik me nog nauwelijks kan voorstellen dat er mij vandaag ook maar één ding zal lukken.

Dus ook het publiceren van deze blog niet…
Ik doe nog precies één poging – wanneer die fout loopt, zet ik uit balorigheid de hoofdschakelaar van de elektriciteit uit voor vandaag… Morgen is er weer een dag.

Oké..., ben jij er klaar voor? Dan ik ook.
Here we go.
Shooooooooooot!


En?!? staat ie er?





° 0 °



donderdag 14 oktober 2010

Niemendallerig mijmermoment



“Takketokketakketokke…”, de raderen van de oude klok knabbelen met lange tanden aan de laatste uren van deze verstilde oktobermorgen, terwijl de wijzers de ochtendlijke seconden als broodkruimels, onopgemerkt, richting middag vegen op het tafelblad van de tijd. Het huis is in diepe rust.

Sporadisch kraakt ergens een boekenplank onder het gewicht van de papieren gedachten die hij dag in dag uit op zijn rug te torsen heeft, of klinkt het zachte gesis van een ergernis die achter de deurknop bleef hangen toen één der bewoners voor zijn dagdagelijkse vertrek de voordeur achter zich sloot.
De kussens op de sofa liggen onderuitgezakt, elk in een hoek tussen rug- en armleuning, uitgeteld van de vorige avond.

Zacht ruisen de speakers van de Cd-speler hun staat van paraatheid door de ether. Op wacht, als soldaten die zich niet uit te schakelen wanen, staan ze trots geposteerd in de twee meest strategische hoeken van de woonkamer en klaar om ook aan het eind van deze dag weer appèl te blazen.
Even slaat in de keuken de motor van de koelkast aan, maar dan warrelt opnieuw de stilte, zacht als zijde binnen, en rolt zich over de meeste geluiden heen.

Buiten landt geruisloos een duivenpaartje op het terras en flitst enkele seconden later ijlings een zwarte vogel voorbij het vensterraam.
Van achter het muurtje gluurt een lapjeskat die geduldig het moment zit af te wachten dat wellicht vandaag niet meer langs komt.

Zonlicht valt door het venster op het tafelblad, en schrijlings over de schouder op de linkerwang van een vrouw, die mijmerend voorovergebogen zit te schrijven.
Haar pen glijdt gniffelend over het papier en vormt krullen en gebogen lijnen. Telkens dansend opwippend van het witte oppervlak daalt ze enkele millimeters verder weer neer en registreert haar gedachtegolven in woordlijnen, op het ritme van de heersende stilte.
Tot ze aan het eind van haar blad en de voormiddag is gekomen en vindt, dat het nu wel lang genoeg geduurd heeft.

Ze krabbelt gauw nog “aardappelen”, “melk”, “eieren”, “ontbijtgranen” en “boontjes” op een gele post- it die ergens in haar buurt rondslingerde, legt vervolgens haar pen neer en staat op.
De hoogste tijd om die twee ruisende soldaten uit hun waan te halen.
Ze loopt op de kast af en schakelt hen in één handbeweging allebei uit, samen met de CD-speler.
“Ziezo, de boeken toe” denkt ze, en gaat over tot de orde van de dag.

Ze vouwt het gele papiertje met de krabbels samen en stopt het in haar portefeuille.
“Nog gauw even deze boodschappen halen voor de winkel sluit”, prevelt ze voor zich uit, tegen niemand in bijzonder en heel zachtjes, haast fluisterend, om de allesoverheersende herfstrust van deze schitterende oktobermorgen, toch niet al teveel geweld aan te doen.